De kijkwijzer vond ik compleet. Door de opzet van deze kijkwijzer ga je gericht kijken. Deze ziet er als volgt uit:

De kijkwijzer is onderverdeeld in kopjes

A, B, C, en D

A: Hier staan algemene vragen: naam gezelschap en voorstelling, locatie, met wie er naartoe, duur van de voorstelling, choreografen, componisten, decor-, licht- en kostuumontwerpers,  voornaamste dansers

B: Deze vragen gaan vooraf aan de voorstelling; heb je voorwerk gedaan, heb je erover nagedacht etc.

C: Gaat over de voorstelling zelf; verhaallijn, stijl, bewegingen, tempo's, composities, energie, muziek, licht, decor, rekwisieten/ voorwerpen, film, video, kostuums, schoenen, ruimte, publiek ed.

D: Gaat over de voorstelling achteraf: meest bijgebleven, waarom gemaakt, verwachtingen voldaan, informatie vooraf klopt?, eindoordeel/-in

Voors en tegens: door zo'n kijkwijzer heb je geen zin meer om een verhaal ervan te maken. Dit kan een nadeel zijn voor de verslaglegging, van de andere kant word je door alle vragen wel alert gemaakt en zie je waarschijnlijk meer. Je moet de kijkwijzer natuurlijk niet invullen tijdens de voorstelling, dan laat je je minder meevoeren.